Met kriebels in de buik zat hij daar, te midden van de kalmte. Hij voelde de zwaarte van het leven van zich afglijden. Glimlachend keek hij voor zich uit. De kat keek naar hem op en streek zachtjes langs zijn been.
“Ja, poes,” sprak hij zacht en hij boog zich voorover om het dier te aaien. “Het wordt een mooie dag.”
Samen genoten ze van die eerste zonnestralen. Hij kreeg er weer zin in.